Gebruik medicijnen

Medicijnen in kast 123rtf 600 - 400

Stelt je huisarts (of andere behandelaar) voor om medicatie (psychofarmaca) in te nemen voor je psychische klachten? Lees voordat je begint deze tips:  

Tips

  1. Vraag je behandelaar welke medicijnen geschikt zijn en wat de werking is.
     
  2. Vraag wanneer de medicijnen gaan werken (dat kan soms een paar dagen of weken duren) en wat je tot die tijd kunt doen om je klachten te verminderen. 
     
  3. Bespreek de bijwerkingen op de korte en lange termijn. Wat betekenen de bijwerkingen voor jouw kwaliteit van leven? Wat zijn de voors en tegens? 
     
  4. Bespreek van tevoren hoe lang je het medicijn moet gebruiken.
     
  5. Als je een medicijn langere tijd moet gebruiken, vraag dan naar tussentijdse gesprekken (monitoring) en eventueel een periodiek bloedonderzoek. Medicijnen kunnen negatieve effecten hebben voor de gezondheid bij langdurig gebruik.  
     
  6. Heb je dit medicijn al eerder gebruikt?Vertel je arts over je ervaringen.
     
  7. Als je al medicatie gebruikt, zorg dan dat de arts een volledig overzicht heeft. Neem je medicijnen mee, want sommige medicijnen hebben een negatieve invloed op de werking van andere middelen. Ook bepaalde voedingssupplementen en kruiden zoals valeriaan en st janskruid kunnen invloed hebben op medicatie.  
     
  8. Als je een vaste apotheek hebt, dan hebben zij een medicatieoverzicht. De apotheker kan je ook informatie geven over je medicatie. Vaak kun je hiervoor een apart gesprek aanvragen. De apotheek doet ook aan medicijnbewaking: ze kunnen signaleren wanneer je medicijnen gebruikt die je beter niet tegelijkertijd kunt innemen.
     
  9. Bespreek met de arts of en hoe je in de toekomst kunt afbouwen van de medicijnen.Sommige middelen kunnen een (lichamelijke) afhankelijkheid geven waardoor het lastig is om er mee te stoppen. Dat kan bijvoorbeeld voor slaap- en kalmeringsmiddelen en anti-depressiva gelden. Bespreek dit met de arts voordat je start met innemen. 
     
  10. Als je een verslaving hebt, bijvoorbeeld roken, alcohol of drugs, dan is het belangrijk om met je arts te bespreken hoe je hiermee om moet gaan in combinatie met medicijnen. Alcohol kan de werking van psychofarmaca (negatief) beïnvloeden. Ook frisdrank met een hoog cafeïne gehalte kan invloed hebben op de werking van een medicijn.  
     
  11. Vraag je arts of er naast medicijnen ook een andere behandeling mogelijk of nodig is. Medicatie helpt vaak alleen tegen de symptomen en lost de oorzaak niet altijd op. Ze kunnen symptomen wel onderdrukken waardoor je beter kunt functioneren. Je huisarts kan je doorverwijzen naar bijvoorbeeld een psycholoog of psychiater. (Kijk op www.kiezenindeggz.nl voor informatie over hulpverleners bij jou in de buurt.)  
     
  12. Als je zwanger bent of borstvoeding geeft moet je dit aangeven aan degene die jouw medicijnen voorschrijft. Bepaalde medicijnen kunnen gevolgen hebben voor jou en/of je baby. 
     
  13. Voor medicijnen vanuit de basisverzekering geldt het verplicht eigen risico. Zorgverzekeraars vergoeden bovendien alleen middelen die ook in het ‘geneesmiddelen vergoedings-systeem’ zijn opgenomen. Daarnaast werken zorgverzekeraars met een preferentiebeleid. Dat betekent dat zij vaak alleen de goedkoopste variant van een medicijn (werkzame stof) vergoeden. Wil je een vergoeding voor een medicijn dat buiten het geneesmiddelen vergoedingssysteem valt? Dan kun je hiervoor een aanvullende verzekering afsluiten.  
     
  14. Ga je op vakantie, let dan op. Voor sommige medicijnen heb je een medische verklaring nodig omdat ze onder de Opiumwet vallen. Dit moet je tijdig aanvragen. Soms is het handig een medicatie paspoort mee te nemen. (Lees meer over medicijnen meenemen op reis)
     
  15. Met bepaalde medicijnen mag je niet meedoen aan het verkeer. Van sommige medicijnen, zoals slaap- en kalmeringsmiddelen, antidepressiva, antihistaminica, antipsychotica en zware pijnstillers, word je suf en slaperig waardoor je minder goed en minder snel reageert. Een voertuig besturen is dan gevaarlijk en strafbaar. Je herkent deze medicijnen aan de gele sticker. Als je toch wilt rijden, bespreek dit dan met je arts of apotheker. Soms kun je een medicijn tijdelijk minderen, stoppen of vervangen. (Lees meer over rijden en medicijnen)
     
  16. Let op bij middelen zoals NSAID's, passiflora, valeriaan of sint-janskruid (hypericum). Deze kunnen (negatieve) invloed hebben op de medicijnen die je inneemt.  
     
  17. Voor kinderen, jongeren, vrouwen en ouderen moet soms de dosis aangepast worden en kunnen bepaalde middelen minder geschikt zijn. Laat je goed informeren. Zo kunnen bepaalde anti-depressiva bij jongeren leiden tot gedachten aan zelfdoding.