De depressie raakt me hard dit keer

Het is dinsdagmiddag 12.30 uur en voor het eerst in alle malen dat ik een depressie had vraag ik mijn moeder om hulp. Huilend vraag ik aan haar of zij onze kinderen uit school wil halen. Ik huil op dat moment al de hele dag en waar ik dat tijdens het uit laten van onze hond nog enigszins kon verbergen, lukt me dat vast minder goed op het schoolplein met tientallen ouders. Het werd een zonnebril of hopen dat mijn moeder zou kunnen.

Zij kon, en gelijk na het ophangen gaan die gedachten weer door mijn hoofd. “Wat ben je toch waardeloos, je werkt al niet en nu vraag je ook je moeder nog om je kinderen op te halen?” Exact de gedachten die ik alle eerdere keren ook had, waardoor ik nooit daadwerkelijk echt om hulp heb gevraagd.

“Want ik ben waardeloos, ik voeg niks toe en mijn gezin en de wereld is beter af zonder mij.” Inmiddels ben ik nu op mijn 37ste, voor het eerst zover dat ik kan inzien dat mijn depressie een ziekte is. Dat het iets is waar ik geen controle over heb. Dat dit niet mijn gedachten zijn, maar de depressie.

Al tientallen keren vaker heb ik depressies gehad. Waar mijn eerste heftige sombere periode begon op mijn 11e, is mijn eerste “officiële” depressie gediagnostiseerd op mijn 19e. 1,5 jaar heb ik er toen in gezeten. Ik kon niet meer werken, ik at niet meer, ik sliep alleen maar en mijn ouders durfden me niet alleen te laten op mijn slaapkamer.

En waar ik al wel vanaf mijn 11e veel heb gepraat met mentoren op school, bij een faalangst groep had gezeten en deel had genomen in praatgroepen bij het JIP, startte ik op mijn 19e voor de eerste keer bij een psycholoog. Na maandenlange therapie kwam er wat licht in de duisternis en kon ik naar verloop van tijd weer enigszins op eigen benen staan. Het was een beetje alsof er een jong hertje op het ijs staat, glibberend en glijdend. Maar ik hield mezelf overeind.

Zonder teveel uit te wijden over alles wat er sindsdien is voorgevallen kan ik zeggen dat de depressie altijd sluimerend op de achtergrond aanwezig is. Verschillende benamingen en behandelmethodes veranderen daar niets aan.

Uiteindelijk ben ik ergens in mijn dertiger jaren als ik besluit met mijn baan te stoppen en eindelijk mijn droom te gaan volgen voor een eigen onderneming. Er nog steeds van overtuigd dat er iets is wat ik in mijn leven moet veranderen om van die depressieve gevoelens af te komen stort ik me vol overgave op dit avontuur. Die al heel snel eindigde. Want waar ik in juli stopte met mijn baan, rolde ik in september keihard in de zoveelste depressie.

Huilend bel ik mijn huisarts. Wat is dit nu toch elke keer? Ik heb al zoveel dingen geprobeerd en waarom gaat het nu niet over? Na een gesprek met de Praktijk ondersteuner GGZ en de huisarts krijg ik antidepressiva voorgeschreven. Ik voelde me gered. Eindelijk, ik word gezien, het is echt iets. En de medicatie begint wat rust te geven. Na een paar maanden besluit ik dat ik niet niets kan blijven doen en begin ik met een nieuwe baan en tegelijkertijd stop ik in overleg met een psychiater met de antidepressiva, want ik kon het wel weer alleen vond ik. Tijdens mijn eerste werkweek zit ik volop in een paniekaanval. Niemand had mij verteld dat ik onttrekkingsverschijnselen zou krijgen van de antidepressiva en dat het starten van een nieuwe baan niet iets is wat daarmee goed samen gaat. Ik voelde me een totale mislukking en begreep toen nog niet dat ik hier wat betere begeleiding in had kunnen ontvangen.

De jaren daarna zijn een opeenstapeling van het proberen van opleidingen, ondernemingen en banen. Om uiteindelijk op het punt terecht te komen waar ik nu ben. Ik werk op dit moment niet meer, en ik ben gestopt met mijn opleiding, sport en yoga. De depressie raakt me hard dit keer, alles is zwart en voor de zesde keer start ik opnieuw met antidepressiva.

Ik gun mezelf nu rust. Ik gun mezelf acceptatie van het hebben van deze depressie. Natuurlijk blijf ik doorgaan, en vechten, ik laat de depressie niet winnen. Maar het accepteren dat het een ziekte is en dat ik niet zwak ben doordat ik een depressie heb, en dat ik daarvoor medicijnen slik zal me hopelijk al heel veel rust geven. Eerst mag ik mezelf een plek geven in dit alles en dan komen misschien andere dingen ook weer.  

Niets is voor altijd, maar ik geloof deze depressie wel. Ze zal alleen op sommige momenten minder aanwezig zijn dan op andere.

Meer ervaringsverhalen