Deel II: Het leven van dag tot dag in de kliniek
In 2014 belandde Bregtje, een jonge moeder en freelance tekstschrijver/eindredacteur, in een ernstige klinische depressie. Het kwam tot een gedwongen opname in een psychiatrische kliniek.
De ernstige, klinische depressie die mij compleet lamlegde (ik kon en wilde hoegenaamd niets meer) had me in een psychiatrische kliniek doen belanden. De eerste twee nachten zat ik op de High Care afdeling, waar mensen die in acute mentale crisissituaties verkeren opgenomen zijn. Ze zijn verward, boos, angstig of psychotisch. Hun onrust, (razen, vloeken, schreeuwen, tieren, huilen) had me al twee nachten uit mijn slaap gehouden en maakte dat ik mijn kamer niet uit durfde. Ik lag in bed met de gordijnen dicht. Af en toe kwam er iemand bij me kijken, verder werd ik die eerste paar dagen met rust gelaten.
Een psychiatrische kliniek had ik tot op dat moment alleen meegemaakt als bezoeker. Niet van binnenuit, als patiënt. Ik belandde in een mij totaal vreemde, onwerkelijke wereld. Een wereld van artsen, persoonlijk begeleiders, medepatiënten, medicatie. Een universum met eigen regels die ik nog niet kende, maar snel zou leren kennen.
Na die eerste twee nachten op de High-care, verhuisde ik op dag drie naar een kamer aan het eind van de lange gang op de Medium-care. Daar was meer rust. De mensen op de Medium-care verkeren niet meer in acute psychische crisis en zijn vaak al wat gestabiliseerd door medicatie. Er werd op de Medium-care meer van patiënten verwacht dan op de High-care, waar ik twee volle dagen zo goed als ongestoord in bed had kunnen blijven.
Zo werd je geacht ’s ochtends zelfstandig je bed uit te komen om tussen 8.00 en 10.00 te ontbijten en daarna aanwezig te zijn bij de gezamenlijke ‘dagopening’, ofwel het doorspreken van ieders individuele plannen voor de dag. Gedurende de ochtend kon je onder begeleiding naar de sport op de bovenste verdieping en om 12.30 was het tijd voor de gezamenlijke lunch in de eetzaal. In de middag was er weer sport en/of creatieve therapie. Om 17.30 was er, wederom in de eetzaal, een gezamenlijke maaltijd. Daarna kon je nog wat tv kijken in de huiskamer of tekenen in de crea ruimte, om tot besluit van de dag je voorgeschreven medicatie te halen bij de medicijnpost – een hok zonder ramen met afsluitbare deur waar je onder waakzaam oog van een persoonlijk begeleider je pillen in moest nemen. Dat werd dan nauwlettend afgetekend op een lijst in je medisch dossier.
Omdat ik gedwongen opgenomen was en op een gesloten afdeling zat, mocht ik niet naar buiten. De deur was en bleef dicht. Ik kon nergens heen.
De eerste week in de kliniek deed ik van schrik braaf wat er van me verwacht werd. Na het ontbijt (dat ik oversloeg, dat had nog niemand gemerkt) zat ik bij de dagopening – wie waren al die mensen? Wat zagen ze eruit zeg. Wat mankeerde hen? Waren ze psychotisch? Depressief? Suïcidaal? En waarom zat ik hier eigenlijk tussen? Ik had toch niks met ze gemeen?
Na de dagopening fietste ik moeizaam wat op een hometrainer bij de sport en schoof ik aansluitend aan bij de lunch. In de middag droedelde ik wat op een stuk papier bij de creatieve therapie. En ’s avonds stond ik in de rij voor het avondeten en kon ik niet anders dan gruwelen van de ellende die er op mijn bord lag. Als ik om 20.00 mijn medicatie had gehaald, kon ik eindelijk mijn bed in. Zo regen de dagen zich aaneen.
Na een week was ik dat hele gedoe zat. De persoonlijk begeleiders, die hamerden op mijn ADL (algemene dagelijkse levensverrichtingen) en met wie ik elke dag verplicht een dagschema moest maken. Al die vreemde mensen om me heen, artsen en patiënten met wie ik totaal geen affiniteit voelde en in mijn ogen ook niets gemeen had. Ik was die hele kliniek, waar ik tegen mijn wil was, en alles eromheen meer dan zat. Ik wilde hier niet zijn. Ik wilde er überhaupt niet meer zijn. Met mijn ogen dicht in een donkere kamer liggen en doen alsof alles – de hele wereld, ikzelf – niet meer bestond, leek me een prima oplossing. Ik bleef in mijn bed liggen.
Lees hier deel 3 van het verhaal van Bregtje
Deze blog is eerder verschenen op www.mindshakes.com en met toestemming geplaatst.
Verhalen zijn persoonlijk
Wees je ervan bewust dat deze verhalen persoonlijke ervaringen zijn. Wat voor de één werkt, werkt niet automatisch ook voor jou. En als iemand een bepaalde overtuiging heeft, wil dat niet zeggen dat deze overtuiging ook klopt.
Informeer je goed als je overweegt om medicijnen te gaan gebruiken. Passende medicatie is voor iedereen anders. Overleg met je behandelaar en kijk hier.