Mijn ervaring in de ziekmakende ggz

Vier weken na de geboorte van mijn dochter begon mijn leven in een neerwaartse spiraal te veranderen. Na een goede zwangerschap, had ik na de bevalling slapeloosheid door fysieke problemen. Dit resulteerde in oververmoeidheid en draaiduizeligheidsklachten, iets waar ik in de afgelopen jaren eerder last van had gehad als ik niet voldoende rust had. Door een telefoontje met mijn gynaecoloog, waarin ik emotioneel was vanwege het slaapgebrek en de duizeligheidsaanvallen, kwam ik in de molen van de GGZ terecht. Al snel was mijn echte hulpvraag, namelijk praktische ondersteuning thuis om mij te ontzorgen en rust om te herstellen van de duizeligheid, niet meer zichtbaar. In plaats daarvan ontstond een steeds intensievere reeks van interventies waardoor zich een drama ontvouwde.

Wat begon met een telefoongesprek met een POH-GGZ escaleerde snel. Toen ik vertelde over dissociatieve ervaringen tijdens duizeligheidsaanvallen, werd dit geïnterpreteerd als mogelijke psychose. Er volgde direct een gesprek met de crisisdienst, die slaapmedicatie voorschreef maar niet voldoende opvolgde wanneer dit niet werkte. Na weken van nauwelijks slapen en toenemende duizeligheidsaanvallen werd ik steeds wanhopiger en kon ik steeds slechter voor mijn baby zorgen. Na enkele weken zonder juiste hulp werd ik steeds wanhopiger. Ik was compleet oververmoeid, angstig door de dissociatie en voelde me onbegrepen. In een gesprek met hulpverleners benoemde ik dat ik het soms moeilijk vond om voor mijn dochter te zorgen en het soms niet meer aankon en hardhandiger reageerde dan ik wilde uit pure wanhoop. Dit leidde tot betrokkenheid van meerdere instanties, 5 in totaal. 

De hulp die volgde bestond voornamelijk uit intensieve, emotionele gesprekken met de diverse instanties, die mij alleen maar meer overbelasten, terwijl ik zo naar rust en ontzorgen verlangde. Ik kreeg dagelijks bezoek van verschillende hulpverleners, maar niemand die mij praktisch hielp of ontzorgde, zodat ik kon rusten en herstellen. Mijn herhaalde verzoeken om rust werden genegeerd. Uiteindelijk deed ik een suïcidepoging uit pure wanhoop. Niet omdat ik dood wilde, maar omdat ik rust wilde. Ik werd opgenomen op een gesloten afdeling, waar ik slechts voor enkele dagen zou blijven, zodat ik daarna overgeplaatst kon worden naar een ander ziekenhuis waar ik samen met mijn dochter opgenomen kon worden. Dit was voor mij een cruciale voorwaarde, omdat ik niet zonder mijn dochter wilde zijn. Maar deze "enkele dagen" werden uiteindelijk weken, en daarna maanden. 

Op de gesloten afdeling merkte ik dat rust en slaap mij al snel hielpen. Zonder alle externe prikkels van alle instanties en met normale nachten slaap knapte ik snel op. Na ruim drie weken op de gesloten afdeling mocht ik eindelijk naar een gespecialiseerde moeder-kindafdeling, waar ik veel meer vrijheid en respect ervoer. Maar ook hier werden beloftes niet nagekomen: mijn dochter zou na twee weken bij me komen, maar dit werd steeds uitgesteld. Elke keer als de datum naderde, kwamen er nieuwe "bedenkingen" en "zorgen". In plaats van de natuurlijke herstelroute te volgen van de vorige opname, kreeg ik in dit ziekenhuis weer verschillende andere medicijnen voorgeschreven. Eerst proefden ze ADHD-medicatie, toen olanzapine, later quetiapine, diverse antidepressiva. Sommige gaven me zulke ernstige bijwerkingen dat ik me een "zombie" voelde, niet meer mezelf. Wanneer ik aangaf dat een medicijn niet hielp of de bijwerkingen ondraaglijk waren, werd dit geïnterpreteerd als "weerstand tegen behandeling". Het voelde alsof mijn lichaam en geest niet meer van mij waren maar van het medisch systeem. 

Hier vond wel degelijk gedegen psychologisch onderzoek plaats, waaruit bleek dat er geen sprake was van psychose, autisme, ADHD, borderline of bipolaire stoornis, labels die inmiddels allemaal al voorbij waren gekomen als diagnose. In plaats daarvan werd vastgesteld dat ik een persoonlijkheidsstoornis Cluster C had als gevolg van hechtingsproblematiek. Maar ook hier botste ik met het systeem toen ik vragen stelde over medicatie. Van de antidepressiva werd ik intens somber en kreeg ik suïcidale neigingen. Toen ik aangaf dat quetiapine me zo suf maakte dat ik niet eens voor mijn dochter zou kunnen zorgen, kreeg ik te horen dat als ik de medicatie weigerde, ik "blijkbaar niet op de juiste plek was", een nauwelijks verhulde dreiging om me terug naar de gesloten afdeling te sturen, weg van mijn baby. Ik probeerde op een nette en constructieve manier te overleggen en stelde de eerdere Olanzapine voor, die me nog het beste had geholpen tijdens de eerdere opname, maar dit werd keihard afgewezen. 

Na drie weken op deze afdeling mocht mijn dochter eindelijk bij me komen, dus zes weken na mijn initiële opname. Het ging enkele weken goed, totdat de antidepressiva werd opgehoogd en ik weer intens somber werd en suïcidale neigingen kreeg. Toen ik daar eerlijk over was (omdat het een bekende bijwerking was), reageerde een nieuwe psychiater geschokt. Ik voelde dat ze me weer wilden overplaatsen en in een impulsieve poging om bij mijn dochter te blijven, probeerde ik met haar weg te gaan. Dit leidde tot een traumatische situatie waarin zes personeelsleden me vasthielden, een ambulance werd gebeld, en ik gedwongen naar een andere instelling werd vervoerd. Daar moest ik de nacht doorbrengen in een vieze kamer, zonder mijn spullen, zonder mijn dochter, zonder medicatie. De verpleging heeft niet eens met me gesproken die nacht en de daaropvolgende dag. Deze ervaring voelde zo mensonterend dat ik er volledig aan onderdoor ging. Ik wilde alleen maar weg, vluchten, naar huis, naar mijn dochter en deed hier verwoede pogingen toe. 

De dag na deze traumatische ervaring zagen mijn ouders en man me in deze staat en overtuigden ze de psychiater dat ik naar huis moest voor mijn eigen welzijn en veiligheid. Wonder boven wonder mocht ik inderdaad "gewoon" naar huis, terwijl ik de dag ervoor nog als te gevaarlijk werd beschouwd voor mezelf. Deze inconsistentie in beoordeling was tekenend voor mijn hele ervaring. De eerste dagen thuis voelde ik me tegelijk opgelucht en getraumatiseerd. Eindelijk weer in mijn eigen omgeving, bij mijn eigen gezin, maar mentaal volledig uitgeput door alles wat er was gebeurd. Ik genoot van de rust en vrijheid, en voelde me langzaam weer meer mezelf worden. 

Maar het dieptepunt kwam vijf dagen later, toen er plotseling medewerkers van verschillende instanties aan de deur stonden met de mededeling dat ze mijn dochter uit huis wilden plaatsen. Ik was alleen thuis en had net een paniekaanval gehad. Ze kwamen binnen en zeiden zonder pardon dat mijn dochter uithuisgeplaatst moest worden. Er bleek een overleg tussen de instellingen te zijn geweest waarbij niet was gecommuniceerd dat ik al thuis was. De paniek en machteloosheid die ik voelde toen is onbeschrijflijk. In mijn wanhoop belde ik mijn behandelaar om hulp, die me letterlijk vertelde dat hij "niets voor me kon betekenen", de ultieme bevestiging dat het systeem faalde. Die avond laat werd een machtiging voor uithuisplaatsing afgegeven. 

Na een gesprek met alle betrokkenen, waarin wij als gezin duidelijk konden maken dat er een goed vangnet en plan was, werd besloten dat een daadwerkelijke uithuisplaatsing niet nodig was. Wel werd ze onder toezicht gesteld, wat betekende dat ik maandenlang niet alleen met mijn eigen dochter mocht zijn. De voorwaarde dat ze thuis kon blijven was verplicht therapie volgen, met een psycholoog waar het niet mee klikte. Ik kon de therapie helemaal niet aan in die toestand en zat nog steeds in de vecht/vluchtmodus, omdat ik na elke sessie zo overspoeld raakte en zo suïcidaal werd. Toen vechten en vluchten niet meer hielp, ben ik gaan bevriezen, ik deed niets meer, lag hele dagen in bed, te huilen en creperen, en loog in de therapie alles bij elkaar om te laten zien dat het goed ging met me. Na 1,5 jaar mocht ik dan eindelijk de therapie stoppen en liep de ondertoezichtstelling af. De "hulp" die ik afgelopen 2 jaar kreeg, maakte mijn situatie alleen maar erger: meer stress leidde tot meer duizeligheid, wat leidde tot meer dissociatie en wanhoop, wat leidde tot intensievere interventies, waardoor weer meer stress ontstond. Een vicieuze cirkel die twee jaar duurde en diepe sporen heeft nagelaten, zowel bij mezelf als in de band met mijn dochter alsook met mijn familie. Ik lig nog steeds elke nacht wakker door herbelevingen aan deze traumatische ervaringen in de GGZ. 

Mijn conclusie is: de GGZ is ziek en moet nodig verbeteren!

Meer ervaringsverhalen