Waarom luiers dragen mij helpen overleven

Beste lezer,
Ik ben een volwassen man van 41 jaar. Ik draag dagelijks luiers. Niet vanwege incontinentie, niet uit gemak, maar omdat het de enige manier is waarop ik mij soms een beetje veilig voel. Deze tekst is niet bedoeld om medelijden op te wekken. Ik wil iets uitleggen wat zelden wordt begrepen – en bijna nooit erkend.
Ik heb een jeugd overleefd die geen jeugd was. Ik ben fysiek mishandeld door mijn moeder en vader, vernederd, gekleineerd, bang gemaakt. Ik werd geïsoleerd van andere kinderen, mocht niet met bepaalde vriendjes uit mijn omeving spelen. Mijn kindertijd was gevuld met angst, alertheid, onveiligheid en het constante gevoel dat ik niet mocht bestaan zoals ik was. Ik moest voorbeeldig zijn, anders volgden er klappen of straf.
Ik heb mijn peutertijd en puberteit nooit echt beleefd. Er was geen veilige ruimte om kind te zijn. Geen plek voor fantasie, ontdekking, kwetsbaarheid. Ik was vroeg volwassen, maar altijd onveilig. En dat is in mijn lijf en zenuwstelsel gaan zitten.
In mijn volwassen leven ben ik nooit echt tot rust gekomen. Therapieën heb ik gehad – cognitieve gedragstherapie, schematherapie, stabilisatietherapie, maar geen daarvan heeft echt het diepe gevoel van onveiligheid weggenomen. De triggers blijven. De angst om bekeken te worden. Het gevoel dat ik niet veilig ben in contact met anderen. Vooral in de ogen van dominante mensen voel ik me alsof ik weer vijf ben, klaar om gestraft te worden.
Toen ik rond mijn 8e jaar 's nachts geen luiers meer droeg bleef die drang ernaar groot, Toen ik mijn rijbewijs haalde op mijn 18e, reed ik naar Duitsland om daar bij een apotheek in alle anonimiteit een pak luiers te kopen. Die drang om luiers te willen dragen bleef bestaan, waarbij ik soms wekelijks een pak kocht voor ongeveer €32,50. Ik gebruikte een of twee luiers, reed rond en gooide het weg voordat ik naar mijn ouderlijk huis reed. Toen ik op mijzelf ging wonen rond mijn 30e voelde ik bevrijding en begon luiers te dragen wanneer het kon, in het weekend en nu dagelijks. Waarom? Omdat het een gevoel van veiligheid en ontspanning en geborgenheid geeft. Het brengt mijn zenuwstelsel tot rust, zoals een deken voor een getraumatiseerd kind. Het is geen fetisj. Het is een vorm van zelfzorg, omdat de wereld te groot en te onveilig aanvoelt. En omdat niets anders werkte. Ik voel dan de wens om weer klein en afhankelijk te zijn. Ik ben regelmatig jaloers op de baby's die liefdevolle aandacht krijgen van de moeder, jaloers op die gehandicapte die verzorgd wordt en liefde ontvangt. Die luiers betekenen ook een soort regressie, niet dat ik terug wil naar vroeger waar mijn ouders mij onveiligheid, pijn en onvoorspelbaarheid brachten, maar naar een moeder die echt liefde en veiligheid geeft.
Ik werk. Ik betaal mijn rekeningen. Ik doe mijn best. Maar ik draag ook heel veel pijn met me mee. En ik voel dat ik geen erkenning krijg. Niet voor mijn jeugd. Niet voor de schade die het heeft aangericht. En niet voor de manier waarop ik overleef. Waar waren die huisartsen, die leraren, die hulpverleners, buurtgenoten om te signaleren dat ik verwaarloosd en in onveiligheid moest opgroeien. Niemand heeft ingegrepen!
Wat ik nodig heb is geen oordeel, maar begrip. Geen schaamte, maar steun. Ik vraag niet om luxe. Ik vraag om ruimte. Ruimte voor mijn verhaal. Ruimte voor mijn hulpmiddelen – waaronder mijn luiers – om gewoon erkend te worden als legitiem onderdeel van mijn herstel. Ook het hokjes denken in ons zorgsysteem. Overal is begrip voor, behalve dit.
Als jij dit leest en denkt: "Waarom draagt iemand als hij geen medische indicatie heeft dan toch luiers?", dan is mijn antwoord: omdat de geest ook een lichaam heeft. En trauma nestelt zich daarin. En voor mij zijn luiers geen zwakte, maar een anker.
Ik wens dat de zorg, de overheid, de samenleving op een dag leert om mensen niet alleen via DSM-codes of fysieke diagnoses te begrijpen, maar via verhalen. Mijn verhaal. En dat van velen die nooit durfden te spreken.
Met respect,
Justus
Connect Portaal
Meld je direct aan om contact op te nemenEven goed om te weten voordat je verder leest:
Je staat op het punt een persoonlijk verhaal te lezen. Zo’n verhaal gaat over wat iemand zelf heeft meegemaakt.
Iedereen is anders. Wat voor de één helpt, werkt voor een ander misschien niet. Ook overtuigingen of meningen in een verhaal zijn persoonlijk. Ze hoeven niet voor jou te kloppen.
Verhalen kunnen raken. Neem de tijd voor wat het met je doet. Mocht je hierbij hulp nodig hebben, dan staat de MIND Hulplijn voor je klaar!