Ervaring van een oudere met een depressie

Mevrouw Van Dam (81) woont nog steeds zelfstandig. Ze heeft last van reumatische gewrichtspijnen en onverwachte evenwichtsstoornissen. Daardoor komt ze niet meer zoveel buiten als vroeger, maar ze redt zich nog goed.

De laatste jaren is het stiller geworden om haar heen. Na haar man zijn ook haar broer en enkele vriendinnen overleden. Daar heeft ze nog steeds veel verdriet van. Zin in bezoek heeft ze nauwelijks meer. Ze hield altijd het nieuws bij en puzzelde veel, maar tegenwoordig interesseert haar dat weinig.

De laatste maanden komt mevrouw Van Dam steeds vaker op het spreekuur van haar huisarts. Haar klachten zijn dezelfde als de jaren daarvoor, maar toen vroeg ze er nauwelijks aandacht voor. De huisarts vindt dat mevrouw een matte, lusteloze indruk maakt. Op zijn vraag hoe ze zich voelt, antwoordt ze dat ze wat eenzaam is. Gewoon, niets bijzonders. Na enig aandringen vertelt ze ook dat ze de laatste tijd veel vergeet. Ze heeft nauwelijks zin in eten en ligt ’s nachts uren wakker. De huisarts concludeert dat ze een depressie heeft. Mevrouw Van Dam is verbaasd maar ook opgelucht. Is er dan misschien toch iets aan te doen? De huisarts schrijft mevrouw Van Dam medicijnen voor en verwijst haar naar een cursus voor ouderen met een depressie.
 
Drie maanden later is zij een stuk opgeknapt. Haar lichamelijke klachten lijken minder belangrijk. Ze vindt het weer fijn als er bezoek komt en haalt daarvoor lekkers in huis dat ze zelf ook met smaak opeet. Bovendien is ze minder moe, omdat ze beter slaapt. Op de cursus waar mevrouw van Dam één keer per week naartoe ging, heeft ze geleerd haar gevoelens te uiten. Ze heeft er nuttige tips gekregen over hoe ze iets kan doen tegen haar depressieve klachten en ze heeft een paar leuke contacten opgedaan.