Kenmerken van een verzamelstoornis

De diagnose verzamelstoornis kan alleen gesteld worden door een specialist, zoals een psychiater of psycholoog. De aandoening komt tot uiting via de volgende kenmerken:
- De persoon heeft aanhoudende moeite om bezittingen weg te doen of er afstand van te nemen, ongeacht de werkelijke waarde.
- Deze moeite komt voort uit een sterk gevoelde behoefte om bepaalde voorwerpen te bewaren, en uit de lijdensdruk die samengaat met het wegdoen van deze voorwerpen.
- De moeite om bezittingen weg te doen, leidt tot de verzameling van een grote hoeveelheid bezittingen. De bezittingen staan in de weg en zorgen voor zoveel rommel dat de woonruimtes nauwelijks gebruikt kunnen worden voor hun eigenlijke functie. Als er ruimtes zijn opgeruimd, is dat alleen dankzij de tussenkomst van derden (bijvoorbeeld een familielid, schoonmaker of instantie).
- Het verzamelen zorgt voor een grote mate van lijden bij de persoon zelf, of voor beperkingen in het sociale leven/op het werk. Of het verzamelen zorgt voor beperkingen op andere belangrijke terreinen van het leven (hier valt ook het niet in stand kunnen houden van een veilige omgeving voor zichzelf en anderen onder).
- Het verzamelen komt niet door een somatische aandoening (zoals bijvoorbeeld hersenbeschadiging).
- Het verzamelen kan niet beter worden verklaard door de symptomen van een andere psychische aandoening (zoals obsessies bij een obsessieve-compulsieve stoornis of beperkte interesses bij een autismespectrumstoornis).
Bij ongeveer 80 tot 90% van de mensen met een verzamelstoornis gaat de stoornis gepaard met het overmatig verwerven van spullen. De meest voorkomende vorm van verwerven is overmatig inkopen, gevolgd door het verwerven van gratis voorwerpen (zoals folders, of spullen die door anderen zijn afgedankt). Daarbij varieert het inzicht dat mensen met een verzamelstoornis hebben in hun problemen. Zo kan er sprake zijn van goed of redelijk, van gering, of van ontbrekend realiteitsbesef.
Bij de dierverzamelstoornis kan het gaan om een bijzondere uiting van de verzamelstoornis. De meeste mensen die dieren verzamelen, verzamelen ook levenloze voorwerpen. De dierverzamelstoornis kan gedefinieerd worden als het verzamelen van grote aantallen dieren; waarbij het wordt nagelaten de dieren een minimale standaard van voeding, verschoning en/of zorg van de dierenarts te bieden. Ook wordt er niet opgetreden wanneer de toestand van de dieren verslechtert (zoals bij ziekte, verhongering of dood) en als de leefomgeving achteruitgaat (ernstige overbevolking en zeer onhygiënische omstandigheden).
Direct contact met een hulpverlener
Heb je behoefte aan persoonlijke hulp of advies? Neem (anoniem) contact op met een van de medewerkers van onze hulplijn MIND Korrelatie. Je kunt bellen, chatten, Whatsappen of mailen met een van onze psychologen of maatschappelijk werkers.