Liever een gebroken been?

Als je, metaforisch gesproken, met een gebroken been bij de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) binnen zou komen, zou je een reactie als deze kunnen krijgen: “Wat naar. Je zult eerst een therapie moeten volgen om te leren lopen voordat we je gips zullen aanmeten. We hebben misschien nog wel ergens een kruk voor je.”

Als ervaringsdeskundige met borderline heb ik vaak te maken gehad met zo’n soort reactie: eerst de symptomen aanpakken, dan de oorzaak. Symptoombestrijding is, onder het gejuich van het cognitieve paradigma binnen de psychologie, de goedkoopste en snelste manier van behandeling bij zo ongeveer alle stoornissen. Het liefst in protocollen gegoten, zodat cliënten zo snel mogelijk door de ‘cognitieve machine’ kunnen worden gehaald. Het probleem is dat het vaak blijft bij symptoombestrijding, omdat het aanpakken van de oorzaak van complexe psychiatrische problematiek niet mogelijk is zolang er sprake is van symptomen als agressie en para-suïcidaal gedrag. Die worden met cognitieve gedragstherapie slechts tijdelijk onderdrukt, met als gevolg dat patiënten vaak ronddraaien in eindeloze cirkels van cognitieve gedragstherapie.

Denk aan mensen met post-traumatische stress-stoornis, die hun gedrag wel aan leren passen, maar de onderliggende oorzaak – het trauma – niet. Daar wordt nauwelijks naar gekeken, want je moet eerst “stabiel” zijn. En wat is nu stabiel? Daar heeft de GGZ geen eenduidig hokje voor, want dat verschilt per individu. Ook dat is problematisch bij de geestelijke gezondheidszorg: het kijken op groepsniveau. Natuurlijk is het belangrijk om het juiste “stempeltje” op je psychiatrisch paspoort te ontvangen, want dan alleen kom je in aanmerking voor een behandeling. Maar laten we niet vergeten dat alle psychiatrisch patiënten ook nog mens zijn: individuen met al hun karaktereigenschappen, eigenaardigheden, meningen en gevoelens.

Wat moet er dan gebeuren? De psychologie moet zich niet meer puur als cognitieve wetenschap presenteren, maar ook de geesteswetenschappen – het humane – omarmen. Het cognitieve paradigma binnen de klinische psychologie moet dus worden doorbroken, waardoor, andere vormen van psychologie weer toelaatbaar worden tot de wetenschap, bijvoorbeeld de  psychodynamische benadering en de humanistische psychologie van Rogers. Als deze vormen van psychologie bedrijven weer meer wetenschappelijke acceptatie krijgen, zullen deze zich uiteindelijk ook vertalen naar de praktijk. Ofwel: de geesteswetenschappelijke benadering zal de weg naar de psychologie weer terugvinden.

Ook zal er een verandering op het gebied van beleid moeten plaatsvinden. Het gaat hier met name om het rendementsdenken, dat in alle facetten van de samenleving doorklinkt. Alles moet snel, goedkoop en effectief. Patiënt A. de cognitieve machine in en dan na drie maanden eruit, bij wijze van. Maar snel en goedkoop is op de lange termijn niet effectief. Natuurlijk moet er rekening gehouden worden met de kosten in een samenleving waarin ook de GGZ een grote kostenpost is. Maar ik ben ervan overtuigd dat het aanpakken van de oorzaken van complexe psychiatrische problematiek waarschijnlijk kostenbesparender zijn dan symptoombestrijding.

Zo gemakkelijk als hierboven beschreven zal het uiteraard niet gaan. De geschiedenis leert dat het doorbreken van paradigma’s tijd kost. Naar verwachting zal het cognitieve paradigma dan ook niet snel doorbroken worden. Het rendementsdenken is voorlopig al helemaal niet uit onze maatschappij weg te denken. Het zou wenselijk zijn als er meer focus op de geesteswetenschappelijke benadering zo komen binnen de klinische psychologie. Het gaat toch om de geestelijke gezondheidszorg en de professionals die daar werken, werken niet alleen met het gedrag van mensen. Ze werken juist met individuen met ieder een eigen geschiedenis en persoonlijkheid, die niet zomaar de cognitieve machine in geduwd zouden moeten worden. Ik doe daarom bij deze een oproep aan alle psychiaters en klinisch psychologen om in protest te komen tegen het verstrekken van krukken aan patiënten die eigenlijk gips nodig hebben.

Meer ervaringsverhalen