MIND Published Wat houdt dit in?

Poppetjes, leren leven met borderline

'Poppetjes, leren leven met borderline’ is een (half autobiografisch) dagboekverhaal van Lieve de Rooij over het herstel van de tweeëntwintigjarige Bernadette die in Psychiatrisch Ziekenhuis Zonlicht verblijft, met de diagnose borderline.

Lees hieronder een voorproefje, een dag uit de eerste, de zesde en de laatste maand van het boek.

11 januari:

Ik wil hier weg want het is helemaal niet leuk om hier te zijn. ‘Helaas gaat dat voorlopig niet,’ zei Maarten, de psycholoog. Ze hebben over mij vergaderd en vinden dat ik nog niet in staat ben om op een goede manier in de maatschappij te functioneren. Daarom blijft mijn behandelplan hetzelfde als op de gesloten afdeling: twee middagen individuele creatieve therapie, twee keer per week lichaamstherapie en één keer per week een gesprek psychotherapie. Verder dagelijks een praatkwartiertje, twee keer per week fysio en vijf ochtenden werkpost op bejaardenafdeling de Eik. Door het meehelpen in de keuken en de linnendienst ben ik tenminste een deel van de dag nuttig. Het is fijn om gewoon collega te zijn en niet als patiënt te worden behandeld. De meeste bewoners daar kunnen niet meer lopen of praten, dus het is er ook nog eens heerlijk rustig.

   “We worden steeds normaler, mens. Twee maanden geleden kregen we een werkpost en nu zitten we weer op de open afdeling.”

   Nou laat dat normale maar weg, Heks. Ik zit samen met een heleboel andere mensen in een grote lelijke flat, met eromheen een twintigtal bijgebouwen en heel veel groen. Dat is echt niet normaal en al dat gezeur van de heren behandelaars ook niet. Wat moet ik met al die verhalen over handige en onhandige denksystemen, over gedachten bepalen gevoelens en gevoelens bepalen gedrag en over bescherming die ik in mijn jeugd gemist heb. Maarten, de psycholoog wil de volgende keer over vroeger praten, zei hij toen ik wegging. Hij wil met mij in mijn dagboeken van twee jaar geleden lezen. Ik mag de passages uitzoeken. Ik snap niet wat dat voor nut heeft. Zo interessant zijn ze niet.

   “Hij  weet niets van je verleden, Bernadette. Het is voor je behandeling nodig dat hij dat weet.”

   Er is niks bijzonders te vertellen. Ik kom uit een hardwerkend gezin, heb drie oudere broers en twee zusjes. Vader is depressief en moeder is bazig, net als opa die naast ons woont en iedere dag mee-eet. We wonen in een klein dorp en hebben een winkel voor dames- en herenkleding aan huis. Verder kan ik me weinig van vroeger herinneren en ik wil er ook niet over nadenken. In hemelsnaam laat hem stoppen met dat geouwehoer. Horen jullie dat?

   Ik wil geen gesprek over mijn jeugd!

   Alleen de gedachte eraan bezorgt me al bijna een paniekaanval.

   “Det, gaet mij mee naar de witte wereld. Daar ben je onbereikbaar, afwezig in dit leven. Daar kun je uitrusten. Daar heb je geen lijf en geen zorgen. Daar ben je alleen ziel.”

    Goed idee, Morzel, dan raak ik de tijd kwijt. Net als met slapen. De tijd gaat voorbij zonder dat ik er weet van heb.

   “Heerlijk toch? Kom maar snel.”

8 juni:

Mijn zusjes dachten dat ik ze niet wilde zien de afgelopen weken, omdat ik te ziek was. Ja, wat zeg je dan als moeder erbij zit? Ik wilde jullie wel zien maar dat mocht niet van haar, omdat ik op de crisisafdeling zat. Dat is lullig en ik wilde de vrolijke sfeer niet bederven door chagrijnig te worden. We hebben samen wat gekaart onder het genot van thee en door mijn zusjes zelfgebakken amandelkoekjes. Ik heb er vier op, om goed te proeven hoeveel moeite ze voor me gedaan hadden. Het was zo fijn om ze weer te zien.

   En ik weet nu waarom ik zo wankel op mijn benen sta. Ik ben hartstikke mager geworden. Dat voelde ik net toen ik de kriebels in mijn buik met mijn handen probeerde te vangen. Volgens mij heb ik het principe van anorexia ontdekt. Als je een uur honger lijdt is het over voor een uur of drie, vier. Hou je dat drie dagen vol dan verdwijnt je hongergevoel helemaal. Maar ik heb geen anorexia, ik heb gewoon geen eetlust. Honger lijden is ook prettiger dan een volle maag.

   “Mens, je bent het voedsel niet waard.”

   “Liefje, je moet goed eten.”

    Ik ga mijn best doen, Moeti.

Op deze afdeling bestaat geen lieve vrede, hier spelen ze geen mooi weer. Ik moet al mijn schuldgevoelens over mijn bestaan opzij zetten want dat is camouflage om mijn problemen niet onder ogen te hoeven zien. Die gaan niet vanzelf over, daar zal ik mee aan de slag moeten. Geen uitstel van executie, zoals een zuster vaak tegen me zegt. Gisteren zei een broeder dat hij niet wil dat ik doodga. Dat zou hij toch niet zeggen als hij mij niet aardig vindt?

   “Je bent goed zoals je bent, liefje.”

4 december:

Gedurende mijn verblijf in Psychiatrisch Ziekenhuis Zonlicht heb ik veel mensen gezien en héél veel narigheid gehoord. Er zitten hier over het algemeen meer vrouwen dan mannen, de meeste zijn tussen de vijfentwintig en veertig jaar oud. Wat betreft opleidingsniveau zie je grote verschillen. In het begin vond ik dat vreemd. Ik dacht vroeger altijd dat dit geen plaats was voor knappe koppen. Maar veel verstand hebben betekent dus niet dat je geen ziekte of problemen kunt krijgen.

   Mijn verbazing is hier weggevallen en mijn oordelen zijn milder geworden. Gekte maakt geen onderscheid. In dit ziekenhuis is iedereen gelijk en het is heerlijk dat niemand een schijn of status hoeft op te houden. Jezelf zijn is genoeg. Daar kan de maatschappij nog wat van leren. Vanavond heeft een medebewoner een dia lezing over de walnoot gegeven, daar is hij op gepromoveerd. Lachen. We kregen ijs met walnoten na afloop.

   Dat je anders bent dan de rest wil niet zeggen dat je gek bent

Lees meer over het boek Poppetjes, leren leven met borderline

Connect Portaal

m.evers@platformggz.nl maakt gebruik van het Connect portaal.

Meld je direct aan om contact op te nemen
Meer ervaringsverhalen