Blog Doortje: Borderline: mijn uitleg

Hoi, ik ben Doortje en ik heb borderline. Dit stuk gaat over borderline en hoe dat mijn leven beïnvloedt. Ik doe dit door de verschillende problemen die ik ervaar te nummeren en er een korte uitleg bij te geven. Hiermee hoop ik vooral te bereiken dat het stigma dat borderliners aanstellerige dramaqueens zijn doorbroken wordt, want naast het feit dat dit zeer kwetsend is, is het onwaar en leidt het er in sommige gevallen toe dat mensen niet de zorg krijgen die ze nodig hebben. En dat vind ik schandalig.

Dus, hier komt ie.

Ik ben opgegroeid in een rustige buurt, in een liefdevol gezin, maar was van kleins af aan al angstig. Eigenlijk beangstigde zo’n beetje alles me wel, maar vooral mensen en het oordeel van mensen – die twee deden mijn hartslag omhoogschieten, mijn adem stokken. Probleem een. Wat zullen ze wel niet van me denken? Waarom kijken ze me zo aan? Doe ik iets fout? Doe ik iets raars? Zie ik er raar uit? Deze gedachten spookten van jongs af aan dagelijks door mijn hoofd en ik kan je vertellen, dat is vermoeiend. Ook ’s nachts bleven ze hangen, de herinneringen aan de dag bleven plakken achter mijn dichtgeklemde oogleden. Nummer twee op de lijst van eigenaardigheden: slaapproblemen.

De middelbare school heb ik een jaar volgehouden, toen verslechterde mijn toestand zo dat ik op mijn veertiende belandde in de jeugdpsychiatrie, gesloten afdeling. Ik was inmiddels begonnen mezelf te beschadigen, want dat hielp me om te kunnen gaan met de emoties die me van binnen verpletterden. Emoties, nummers drie. Hele heftige, intense emoties. Ze noemen borderliners wel een dramaqueens, aanstellers en nog zo wel meer. Maar de emoties die ik ervaar zijn gewoonweg veel intenser dan die van de meeste mensen. Maakt dat mij een aansteller?

Emoties zijn vreemde dingen: het zijn gedachten gepaard met lichamelijke sensaties, en meestal zou je uit die combinatie moeten kunnen opmaken welke emotie je nu precies ervaart. Dat kan ik dus niet zo goed. Wanneer ben ik boos? Als ik schreeuw of huil, met spullen gooi? Wanneer ben ik verdrietig? Als ik me terugtrek? Als ik niet kán huilen? Ben ik alleen verdrietig als ik een gapend gat in mijn ziel ervaar, of is dat leegte? En waarom wisselen deze gemoedstoestanden zich zo snel af, hebben ze soms een tijdsschema, een agenda, zo van: “Angst, je staat om 8.00 ingepland en snel een beetje want om 9.30 is verdriet aan de beurt, en verdriet, jij wordt om 10.40 opgeslokt door wanhoop. Wanhoop blijft tot een uurtje of 16.00, woede komt een halfuurtje daarna langs en leegte, jij mag de rest van de avond opvullen. Nou, veel succes allemaal vandaag, morgen weer een nieuw rooster!”

Het ding is, emoties zijn eigen probleem drie en vier. Ze komen en gaan op momenten die ik niet begrijp en ze overvallen met zo intens met al hun heftigheid dat ik onderuit getrapt wordt en meestal komt daar dan probleem vijf, “het beste en slechtste copingsmechanisme sinds 2004”: zelfbeschadiging. Het beschadigen van mijn lichaam verdooft mijn emoties. Dat is functie een van zelfbeschadiging. Functie twee is straf: ik ben een slecht persoon, ik verdien deze pijn. Functie drie is terugkeren uit probleem zes: dissociatie.  Dissociatie komt in alle soorten en maten, maar uit zich bij mij vooral in of al het contact met de wereld verliezen en stil in hoekje zitten, of alle emoties die ik onderdrukt heb er uitgooien – onbewust. Dit betekent dat ik me drie uur later niets herinner van wat er gebeurt is in die dissociatie. Dit resultaat vaak in de meest heftige vormen van zelfbeschadiging en is de meest beangstigende vorm van dissociatie. Ik heb de raarste dingen gedaan in zo’n dissociatieve fase. Laten we zeggen dat ik blij mag zijn dat ik nog leef (voor nu dan even, want misschien heeft suïcidaliteit nog een afspraak later op de middag).

Op naar probleem 7: impulsiviteit. Een typerend kenmerk van borderline. Ik voel me kut, ik moet dit NU veranderen, dit kan geen seconde wachten, dus ik handel. Ik voel me blij, dus ik sta te dansen, maakt niet uit waar. Basically komt het neer op: handelen voordat je nadenkt, doen wat je gevoel je ingeeft. Dit kan een goede eigenschap zijn, maar bij zo’n “bui” (de onofficiële psychiatrische benaming voor hysterische emotionele toestand), zou het best handig zijn als je even tot 10 kon tellen voordat je meteen het “beste en slechtste copingsmechanisme sinds 2004” inschakelt.

Impulsiviteit is soms ook een manier om probleem 8 aan te pakken: de leegte. Ik kan de leegte niet omschrijven aan niet-borderliners, maar ik ga het toch proberen. Het is een gemoedstoestand met verschillende maten van intensiteit. Leegte standje 10 betekent dat je vriend bij wijze van spreken dood neer zou kunnen vallen en dat je daar niets bij zult voelen. Er is ergens een gat, een gapend gat, dat alle emoties heeft opgeslokt en vervangen door het niets. Leegte standje 5 is een constante toestand van onverschilligheid, maar je kunt nog wel doen alsof je dingen leuk vindt. Je voelt er alleen niets bij. En ergens weet je dat die emoties er wel zijn, maar dat je geest heeft bedacht dat het nu slimmer is om ze weg te stoppen onder die deken van leegte. Waarom? Omdat er anders een explosie ontstaat: complete kortsluiting in het brein en het volledige verlies van controle, waarbij zelfs “”het beste en slechtste copingsmechanisme sinds 2004” niets meer uit zal halen. Er is dan nog maar een uitweg. “Hé, suïcidaliteit, je had er vijf minuten geleden moeten zijn!” Zie je, zelfs mijn breinagenda is instabiel.

Probleem 9 is de “innerlijke criticus”, zoals deze vaak genoemd wordt binnen de psychiatrie. Dit is een stemmetje in mijn hoofd dat constant benadrukt dat ik niet goed genoeg ben. “Een 8, waarom geen 10? Waarom heb jij niet dat slimme antwoord gegeven op die vraag net? Oh ja, dat kan je niet, want je bent dom. Dom. Dom. Dom. Dom. Dom. Je kan niks, waardeloos figuur.” Je kunt je vast voorstellen dat het heel vermoeiend is om tegen deze stem in te gaan, als hij al zo lang tegen je praat en ook niet te overtuigen is met enigszins logisch redeneren. Eigenlijk is deze stem puur emotie: de afschuwelijke angst om niet te weten wie je bent, wie je wil zijn en waar alles naartoe gaat. De stem geeft houvast, een toekomstbeeld. Als ik op het beste niveau zou presteren en alleen maar tienen zou halen, dan zou ik gelukkig zijn, vindt deze stem. Maar ik hoop toch dat ik meer ben dan een hoopje intellect. Klinkt een beetje zielig toch, een hoopje intellect?

Waar kom het dus uiteindelijk op neer, dit stukje tekst waarin ik je in een kijkje laat nemen in mijn hoofd? Ik heb een stoornis. Ik ben geen dramaqueen, geen aansteller. Ja, ik vraag soms aandacht van mijn naasten en hulpverleners, maar dat is omdat ik het verdomd moeilijk heb. Ik heb moeite met het reguleren van emoties, ik heb moeite met het herkennen van emoties, emoties vallen me als het ware aan. Alsof ze een legertje vormen: “Today we’re going nuclear, guys!” Soms verdwijn ik even uit mezelf omdat ik de emotiekernbom even niet meer kan verdragen. Ik ben vaak in gevecht met mezelf, zowel mentaal als fysiek, en mijn gedachten zijn vaak kritisch, vervelend en complex. Ik heb meer opnames in psychiatrische klinieken gehad dan op twee handen te tellen is en mijn zelfdestructieve gedrag heeft me vaak in het ziekenhuis doen belanden. De wereld is voor mij vaak een plek waar ik liever niet wil zijn, want ik vind de wereld vaak ingewikkeld.

MAAR.

Maar naast het feit dat ik geteisterd wordt door deze met mijn hersens klotende stoornis, ben ik ook Doortje. Ontmoet mij ook op deze manier, als: queen of hugs, gewaardeerd student, iemands geliefde, lid van een geweldig warm gezin, een persoon met humor en sarcasme, intelligent, empathisch, liefdevol, een doorzetter en een vechter, iemand die in de sportschool altijd de verkeerde kant op gaat als er heel hard geroepen wordt “RECHTS” maar wel heel fanatiek is, een boekenworm, een enthousiaste hobbykokkin, een dierenliefhebber, iemand die voor het vuur gaat voor vriendschappen.

Bij deze wil ik alle mensen die ooit te maken hebben gehad met psychische problemen oproepen – jij, je vriendin, je man, je buurman of wie dan ook – verder te kijken dan de stoornis. Kijk naar wie je bent, want je bent zoveel meer dan een labeltje. Labeltjes zijn nodig voor de juiste zorg, maar laten we kijken naar de personen achter de diagnoses. Spreek je uit, mede-labeldragers, en laat zien dat je meer bent. Laat zien dat je niet gek bent en geen dramaqueen, niet verkeerd bent, niet stom bent als je aan psychische problemen lijdt. Dood aan het stigma, leve de openheid.

 

Meer ervaringsverhalen