Mijn vader was, eh, ziek

Toen ik zeventien was, stierf mijn vader aan depressie. Dat is nu bijna tweeëntwintig jaar geleden.

‘Ja, mijn vader was, eh, ziek’

Aan depressie sterven. Ja, zo kun je dat ook zeggen. Andere mensen noemen het zelfmoord. Maar dat woord vind ik niet fijn.

Dat suggereert dat hij bewust een keuze heeft gemaakt. En ik denk nog steeds dat depressie iemands bewustzijn gijzelt. Dus hoe kun je dan een rationele keuze maken?

Bovendien vind ik het woord ‘zelfmoord’ zo shockerend. Ik wilde mensen niet shockeren als ze vroegen naar mijn vader. Daarom zei ik dat hij aan een ziekte was overleden.

Wat natuurlijk gewoon waar is. Alleen dachten ze waarschijnlijk eerder aan kanker dan aan een psychische ziekte.

Ik wilde er verder ook niets mee te maken hebben. Geestelijke gezondheid? Getver! Ik hield me liever bezig met uitgaan en jongens.

Papa was een slachtoffer van een ziekte. En dat was het.

De Chinese Muur van Jessica

Maar ja. Dan kwam de realiteit me soms toch een rotschop geven. Mijn vader had zelfmoord gepleegd. Hij had mij verlaten. Achtergelaten in dit leven.

Als ik me dat realiseerde, dan werd ik boos. Ik pakte een handdoek, wikkelde die om mijn handen en sloeg alles in mijn kamer kort en klein.

Maar lang boos op papa blijven, kon ik niet. Ik idealiseerde hem liever. Hij was mijn beschermengel. Wie mijn boosheid wel over zich heen kreeg, was de rest van de wereld.

Vooral wanneer ik dronk, had ik zin om mensen in elkaar te slaan. Wat ik soms ook deed. Wat dat betreft, heb ik zeker een beschermengel; ik ben nog nooit teruggeslagen. Waarschijnlijk omdat ik een meisje was.

Een meisje dat stiekem heel erg bang was. Bang om nog meer geliefden kwijt te raken. Daarom was het makkelijker om ze maar niet te dichtbij te laten.

Ik zat zo in mijn donkere bubbel dat ik niet eens durfde te vertellen dat ik last van angstaanvallen had. Althans, had ik geweten dat het angstaanvallen waren, dan had ik misschien wel eerder hulp gezocht. 

Ik dacht eerder dat ik goed gek aan het worden was. De eerste keer dat ik een paniekaanval had, op mijn eenentwintigste, dacht ik echt dat ik mijn vader achterna zou gaan. Dus ja, dat vertelde ik mensen liever niet.

Kalmte na de storm

Pas tien jaar geleden ben ik ermee naar een therapeute gegaan. Ze legde me uit dat die aanvallen door stress en alcohol kwamen. Ik leerde wat manieren, waaronder yogaoefeningen, om die stress te verminderen.

Dat hielp. Sindsdien heb ik geen angstaanvallen meer gehad. Ik heb geleerd hoe ik mezelf kan kalmeren.

En in die kalmte heb ik ontdekt hoe belangrijk zelfacceptatie is voor je geestelijke gezondheid. 

Hoe belangrijk het is om je hart te openen, te volgen en te laten leiden. 

Hoe belangrijk het is om je verhaal te uiten en te delen.

Er zijn te veel mensen die in het donker leven, als gevolg van stigmatisering en angst. Het leven is soms wreed. En ieder mens op deze planeet heeft met shit te maken. 

Het zou zo fijn zijn als we daar eerlijk over konden zijn en onze verhalen konden delen, zodat anderen daar troost in vinden.

Ik hoop dat mijn verhaal daar op de een of andere manier aan bijdraagt.

In de woorden van mijn vader:

‘Zonlicht. Zonnig licht. Lichtende zon. Laat de zon in je een licht zijn voor iedereen. Laat het licht warmte geven aan iedereen.’ - Arie Scheper

 

Geschreven door Jessica Scheper.

 

Meer ervaringsverhalen