Thema 1 verkiezingen: Zorg en ondersteuning van volwassenen

Bijna de helft van de Nederlanders krijgt ooit in zijn of haar leven te maken met psychische problemen. De ernst van die problemen varieert. Vooral wanneer die problemen zwaarder zijn en langer duren hebben ze ook een groot effect op andere levensgebieden. Integrale zorg en ondersteuning bij herstel is van belang. Zo nodig moeten die zorg en ondersteuning ook langdurig beschikbaar zijn. Gemeenten hebben vooral een grote verantwoordelijkheid voor inwoners met ernstige en langdurige psychische problemen en hun naasten. Wij zien dat gemeenten financieel onder zware druk staan. Des te belangrijker is om prioriteit te leggen bij mensen die hulp het hardst nodig hebben. 

Wat is nodig? 

  • Bied langdurig en levensbrede ondersteuning aan mensen met ernstige psychische kwetsbaarheid. Sluit aan bij wat mensen nodig hebben om zelfstandig(er) te kunnen wonen en herstel te bevorderen. Zorg voor integrale trajecten vanuit ggz en sociaal domein. Draag bij aan de ontwikkeling van een levensloopfunctie voor de meest kwetsbare groepen.  
  • Zorg voor voldoende ggz-expertise in sociale wijkteams, al of niet door deze te integreren met ambulante teams uit de ggz. Zorg ook voor voldoende bemoeizorg. 
  • Zorg voor voldoende ggz-expertise bij toegangsmedewerkers van de Wmo. Betrek bij keukentafelgesprekken e.d. zo mogelijk ook naasten van de hulpvrager. 
  • Werk samen met ggz-aanbieders, zorgverzekeraars, huisartsen, zelfregie- en herstelinitiatieven om wachttijden in de (specialistische) ggz terug te dringen. Dit kan door goede afspraken te maken over instroom en uitstroom. Een goed ondersteuningsaanbod in het sociaal domein helpt mensen met een psychische kwetsbaarheid zelfstandig te functioneren, zodat zij minder afhankelijk worden van specialistische zorg.  
  • Zorg voor continuïteit in de hulpverlening en bied zo nodig langdurige ondersteuning. Geef als gemeente niet standaard kortdurende beschikkingen af voor individuele ondersteuning of beschermd wonen. (NB: een klein deel van de ggz-doelgroep kan vanaf 2021 aanspraak maken op de Wet langdurige zorg; het overgrote deel blijft afhankelijk van ondersteuning vanuit Zvw en Wmo, ook de meeste mensen met een langdurige hulpvraag.) 
  • Maak flexibel op- en afschalen van hulp nodig. Dit kan helpen om een crisis of terugval in ernst te beperken en gedwongen zorg te voorkómen. Werk ook hierin nauw samen met ggz-professionals 
  • Zorg voor beschikbaarheid van een persoonsgebonden budget (pgb), voor zowel begeleiding als beschermd wonen. Informeer mensen actief over het Pgb. Blijf met cliënten, naasten en andere betrokkenen in gesprek over kwaliteit van de Pgb-zorg. 
  • Werk samen met familie en naasten. Zorg dat er ‘triadisch’ gewerkt wordt. Dat houdt in dat op het niveau van zorg en hulp de relatie tussen cliënt, hulpverlener en familie actief wordt vormgegeven. Bijvoorbeeld door afspraken te maken over wat familieleden wel of niet doen.   
  • Zorg voor brede ondersteuning van familie, naasten en mantelzorgers. Bijvoorbeeld door middel van gespreksgroepen, trainingen, meldpunten en respijtvoorzieningen.  Zorg dat mantelzorg-steunpunten voldoende zijn toegerust om ook de mantelzorgers van mensen met een psychische kwetsbaarheid voldoende tot steun te zijn. 
  • Zorg voor voldoende lokaal aanbod van laagdrempelige time-outvoorzieningen in een warme omgeving, zoals respijthuizen en logeerhuizen voor mensen met psychische problemen. Dit voorkomt crisissituaties en zwaardere zorg en het ontlast mantelzorgers. 
  • Heb aandacht voor preventie. Bijvoorbeeld door middel van een gezamenlijke preventieagenda met zorgverzekeraars, gemeenten en cliënten- en familieorganisaties.