Ervaringsverhaal over psychose

Verhaal van Karen

"Mijn naam is Karen Wolsing- van Dartel, echtgenote, moeder, medewerker. Ik woon en werk in Nijmegen. 15 jaar geleden stopte ik met een baan waarin ik me gefrustreerd en akelig voelde. In 2000 begon aan een nieuwe functie als docent aan de universiteit. Kort daarna  begon ik alle greep op mijn leven kwijt te raken. Ik was angstig, sliep amper en was mijn ‘ratio’ totaal kwijt. Na ruim drie maanden tobben werd ik in het ziekenhuis opgenomen, waar de psychiater me ‘psychiatrische patiënt met een bipolaire stoornis en psychosen’ noemde. Eerst begreep ik niet wat dat te betekenen had. Later besefte ik dat er iets was gebeurd, dat mij en mijn hele leven op zijn kop zou zetten.
Ik sprak er met mijn partner en vrienden over. Ik begon te schrijven om te kunnen begrijpen wat dit alles betekende. Langzaamaan raakte ik vertrouwd  met de gedachte dat ik mijn leven opnieuw moest inrichten met het predicaat ‘mens met een psychiatrische stoornis’. 


Ik wil uitdragen, dat ik nooit over de stoornis wil zwijgen, hoe moeilijk dat soms is. De ander heeft jouw informatie hard nodig om te begrijpen wat er met je gebeurt. Jij bent degene die de informatie uit de eerste hand kan geven.. Zo kun jij er alles aan doen om je vrienden en je werk te behouden. Dat is mijn belangrijkste boodschap: praat, vertel en informeer. Vooral niet zwijgen!'

Bekijk de video waarin Karen vertelt hoe zij een psychose doormaakte of lees hieronder meer.

Verhaal van Karen (video)

YouTube videos worden niet getoond omdat je social media cookies uitgeschakeld heb. Bekijk hier de video op YouTube of pas hier je Cookie instellingen aan.

Karen ging tijdens een stressvolle periode in haar leven raar gedrag vertonen. Niemand snapte er iets van. Na verloop van  tijd raakte zij de werkelijkheid kwijt en was zij voor haar omgeving niet meer te bereiken.  Na ruim een half jaar tobben kreeg ze de diagnose: bipolaire stoornis met psychosen. Een harde diagnose, die haar enerzijds helderheid gaf en anderzijds tot psychiatrische patiënt maakte. Om grip te krijgen op alles wat haar was overkomen, ging zij schrijven. Dat heeft haar enorm geholpen en uiteindelijk geresulteerd in het boek ‘Uit de schaduw van de waan’. Hieronder lees je een verhaal uit haar boek.

Wanen

“Vandaag weet ik het ineens: er is iets heel bijzonders met me aan de hand! Er gaat iets wonderlijks gebeuren! Wát weet ik niet precies, maar ik heb een geweldige boodschap te brengen. Ze komen me halen en dan kom ik op televisie. Mijn vriendin Marian komt me halen om me te laten opknappen, zodat ik keurig op tv verschijn. Alles zal er zijn: nieuwe kleren, een prachtig kapsel, zelfs gemanicuurde nagels!

De bel gaat. Bij de voordeur zie ik twee vrouwen staan. Ik kan mijn geluk niet op. De ene is de dame die ik lang geleden heb verpleegd. Ze had een ernstige vorm van kanker waaraan ze is overleden. Wat had ik met haar te doen. En kijk eens: ze leeft en is helemaal beter! Wat ben ik blij voor haar. Ze is zo jong en stralend! De ander, ik wist het wel, is God. God is een vrouw. Hier staat ze voor me. Eindelijk een mysterie opgelost! Nu snap ik waarom ik op tv zal komen. Er zal niemand op straat zijn. Allemaal voor de buis, want ik heb de eer de vrouwelijke God te laten zien aan iedereen! Ik word er helemaal opgewonden van.

Plotseling lig ik op de bank in de kamer. Ik ben dood. Ik voel handen op mijn handen. De gerimpelde handen van mijn moeder, de sterke handen van Leo en de handen van mijn vriendin. Ze zijn allemaal hier. Ze praten zachtjes. Ze komen me bezoeken. Zelfs mijn moeder! Wat aardig van ze. Ik ben niet bang meer. Zelfs niet voor de dood. Die geeft rust, eindelijk. Ik kom overeind. Marian is er weer. Ze lijkt verdrietig. Ik snap er niets van. ‘Kijk eens, ik ben niet dood, ik ben levend, zie maar.’ Ze vraagt of ik iets wil eten. Waarom is ze zo verdrietig? Alles is toch goed?

De tv staat aan. Kijk, ik ben op tv. Wat er gebeurt wordt opgenomen en rechtstreeks uitgezonden. Dat moet Marian zien. Marian, waar ben je? Ze is er niet meer. Straks is ze te laat! Dan mist ze het! De angst grijpt me naar de keel. Ik blijf haar roepen. Dwingend. Ik hol de trap op en af en raak finaal buiten adem. Uitgeput loop ik naar de slaapkamer en val op bed neer. Als Marian boven komt, lig ik in bed en doe alsof ik slaap. De tijd verglijdt traag, zo langzaam. Aan het eind van de middag is Leo er. Ik ga naar beneden. Wat ben ik blij om hem te zien. Leo vertelt dat Ingrid, zijn zus, ons heeft uitgenodigd voor een etentje. Tante Annemiek zal er ook zijn. ‘Kan het wel?’ vraagt hij bezorgd. Natuurlijk! Lekker!
We rijden met de kinderen naar het restaurant. Mijn hoofd bonkt. Ik heb het gevoel migraine te krijgen. Binnen is het druk. Ingrid en tante Annemiek zitten aan tafel. De spanning in mijn hoofd neemt toe. Als ik niet gauw iets te eten krijg, gaat het mis. Het geluid van al die stemmen wordt harder, mijn zicht scheef. Ik zie flitsen voor mijn ogen heen en weer schieten. Gelukkig zitten we vlakbij het saladebuffet. Ik schep een bord vol en eet het leeg. Ik voel de hoofdpijn zakken.

We praten over van alles en nog wat. Ik voel me uiterst alert. Er gaat iets bijzonders gebeuren.
Als er brood komt, weet ik het: we zitten aan het Laatste Avondmaal. Ik breek het brood, verdeel het. Dat is de bijzondere betekenis van vandaag! Ik zie het ineens: ik heb de eer het brood te delen. Ik mag het breken, eindelijk! Wat een plechtig moment.

Plotseling loopt Ingrid met Nicole en Barbara van tafel. Barbara huilt. Waarom lopen ze weg, juist nu ik het brood aan het delen ben? Ik snap er niets van. Even later komen ze terug.
Aan het eind van de maaltijd zie ik dat tante Annemiek met haar toetje aan het knoeien is. Ze beweegt onrustig haar hoofd. Haar mond en wangen zitten vol chocola. Als ik het tegen Leo zeg, lacht hij en doet alsof er niets aan de hand is. Maar Leo, zie je het dan niet? Ze is dement. We moeten haar helpen. Waarom doet niemand er iets aan? Ik snap er niets van.

Ingrid staat op. Ze haalt de jassen. Leo zegt dat het beter is om naar huis te gaan. Omdat ik niet gedronken heb, wil ik rijden. De weg beweegt. De kinderen praten over de snelheid. Ze zeggen dat ik te hard rijd. Als ik naar de snelheidsmeter kijk, zie ik de cijfers onder het glas heen en weer zwabberen. Ik moet me concentreren om de auto op snelheid te houden. Wat voel ik me angstig. Ik weet dat ieder van de mensen die vanavond aan tafel heeft gezeten, binnen korte tijd dood zal gaan. In de volgorde waarin ze van tafel zijn gegaan. Dat betekent dat tante Annemiek en Ingrid het eerst zullen sterven! Ik raak in paniek. Opletten nu, bij de weg blijven. Ik druk die gedachten weg. We komen veilig thuis.

Ik lig wakker. Ik weet dat ze dood zullen gaan. Zij weten het niet. Op volgorde van binnenkomst. Het diner was ons Laatste Avondmaal. Zondag is het Pasen. Wanhopig probeer ik na te gaan wie in welke volgorde van tafel is gegaan. Of was het de volgorde van binnenkomst? Ingrid, tante Annemiek, Barbara, Nicole, Leo. En ik, ik zal overblijven. Gestraft, eenzaam, alleen. Het is donker, zwart in de slaapkamer. Ik zweet en kan mijn verhaal niet aan Leo kwijt. Hij slaapt, maar ook hij... Ik durf niet verder te denken.

Ik sta vroeg op. Het blijft spoken, telkens weer. Nicole, Barbara, Ingrid, tante Annemiek en Leo. Nicole, Barbara... Ja, dat was het, dat was de volgorde. Ik kan het niet aan. De paniek slaat toe. God, help me alstublieft. Ik was mijn gezicht met koud water. Ik kijk in de spiegel boven de wastafel. Ik zie mijn gezicht niet. Een vreemde mannenkop kijkt me aan. Met een kuif. Wie is dat? Ik durf in de ogen te kijken. Ze zijn lichtblauw, zo lichtblauw. Die neus, die ogen. Elvis. Elvis Presley! Zie je wel. Ik leef, ik ben niet dood! Ik ben herboren, Elvis! Ik loop naar de douche. Kijk daar in de spiegel. Ik herken dat gezicht. Het is mijn eigen gezicht. Ik wil dat gezicht niet zien, het mijne. Ik ben het. Mijn gewone gezicht, terwijl ik Elvis was. Ik voel me teleurgesteld en gerustgesteld tegelijkertijd, niets bijzonders, gewoontjes, niets bijzonders.”

Het verhaal ‘Wanen’ komt uit het boek ‘Uit de schaduw van de waan’, geschreven door Karen van Dartel. ‘Uit de schaduw van de waan’ is uitgegeven door Hogrefe Uitgevers.

Lees meer over psychose

Hulp bij symptomen van een psychose

Er zijn in Nederland speciale teams (EDI-teams) die helpen bij bijzondere ervaringen en symptomen van een psychose. 

Direct contact met een hulpverlener

Heb je behoefte aan persoonlijke hulp of advies? Neem (anoniem) contact op met een van de medewerkers van onze hulplijn MIND Korrelatie. Je kunt bellen, chatten, Whatsappen of mailen met een van onze psychologen of maatschappelijk werkers.